De West Highland Way lopen: mijn ervaring

In april en mei 2017 heb ik de West Highland Way gelopen, samen met een vriend van me. Het was onze eerste wandelvakantie, en in de voorbereiding ervan heb ik veel gehad aan de blogs van andere West Highland Way wandelaars. Daarom leek het met niet meer dan logisch om ook aan mijn 7-daagse tocht een blog te wijden. Veel ging goed, maar we hebben zeker ook genoeg fouten gemaakt. Ook die lees je hier uiteraard terug 😉. Wil je zelf de West Highland Way lopen? Hopelijk word je dan wat wijzer van mijn blog!

Waarom de West Highland Way?

Door films als Braveheart had ik al een liefde voor het ruige Schotse landschap ontwikkeld, maar de serie Outlander was doorslaggevend. Die bergkammen en brede valleien, die wilde ik in levende lijve gaan zien. Maar, ik wilde een écht authentieke ervaring. Ik wilde door die valleien lopen, waar geen auto kon komen. Maar hoe pak je dat aan? Na wat speurwerk kwam ik uit bij de West Highland Way. Door mijn liefde voor wandelen viel alles opeens op z’n plek: wandelen combineren met de mooiste landschappen.

De voorbereiding

Nadat ik het idee, het lopen van de West Highland Way, deelde met een vriend van me, werd ook hij gelijk enthousiast, als mede-fanatieke wandelaar. De voorbereiding kon beginnen! Een aantal punten moesten we af gaan vinken:

  • Wanneer gaan we lopen?
  • Wat nemen we allemaal mee?
  • Waar overnachten we tijdens het lopen?

Wanneer de West Highland Way lopen?

De West Highland Way loop je het beste in april/mei, of eind augustus/begin september. De West Highland Way is de populairste wandelroute van het Verenigd Koninkrijk, met xxx wandelaars per jaar. De route is in de winter een stuk lastiger begaanbaar; ik zou afraden ‘m in de periode oktober tot en met maart te lopen, ook door het grillige weer. In juni of juli zijn de weersomstandigheden vaak goed, maar kan je last krijgen van een typisch Schots fenomeen: midges. Dit zijn kleine muggen die zelfs door normale muskietennetten heen kunnen komen, en kunnen je wandelplezier bederven.

Wat neem je mee bij het lopen van de West Highland Way?

Wat wij allemaal meenamen toen we de West Highland Way liepen, zie je in deze paklijst. Wij hebben alle nachten gekampeerd, waardoor onze uitrusting er anders uit ziet dan wanneer je er voor kiest om te slapen in B&B’s, hostels en/of jeugdherbergen.

Waar overnachten we tijdens het lopen?

Wij hebben ervoor gekozen om tijdens het lopen te overnachten op campings op de route, simpelweg omdat je dan een stuk minder geld kwijt bent. We hebben overnacht op de volgende campings:

Nacht 1: Drymen Campsite
Nacht 2: Kampeerplekken naast Rowardennan Lodge
Nacht 3: Beinglas Farm (Let op: Beinglas Farm is sinds 1 oktober 2022 permanent gesloten. Wildkameren is nu waarschijnlijk je beste optie).
Nacht 4: Camping ‘By the way’
Nacht 5: Glencoe Mountain Resort
Nacht 6: Blackwater Campsite

De campings die we vooraf konden reserveren hebben we vooraf gereserveerd, maar dit was uiteindelijk niet nodig: op Blackwater Campsite na was er op alle campings voldoende plaats, zolang je redelijk op tijd aan komt. Voor je eigen gemoedsrust kan je ervoor kiezen om vooraf te reserveren – ikzelf zou daar altijd voor kiezen.

En dan… op naar de West Highland Way!

Op donderdag 27 april was het dan zover! Om half 5 ‘s ochtends ging de wekker, en om 5 uur zaten we in de auto naar Schiphol. Bij het inchecken werd duidelijk hoe zwaar de rugzak uiteindelijk geworden was… 14,9 kilo! Gelukkig viel dat binnen de marge en hadden we bij het inchecken en de douane geen verdere problemen – buiten dat mijn wandelpartner z’n boarding pass bijna vergat én vliegangst heeft. Na de landing in Glasgow en het droppen van de spullen in ons hostel, hebben we gegeten in het centrum en een gasbusje gehaald bij een outdoor winkel in het centrum. Belangrijk: een gasbusje voor je gasstel mag niet mee in het vliegtuig! Koop deze dus ter plaatse.

Dag 1: Milngavie – Drymen

Op vrijdag 28 april moesten we eraan geloven: de eerste wandeldag: om half 9 stond de wekker, en om 10:09 hadden we de trein vanuit het centrum van Glasgow naar Milngavie. De treinreis duurt een half uurtje. Vanaf het station in Milngavie staat direct goed aangegeven hoe je bij de start van de West Highland Way komt. Volgens het bord is het zo’n 25 minuten lopen – wij deden er nog geen 10 minuten over. Na een snelle foto bij het startpunt kon de tocht beginnen!

De route is over het algemeen goed aangegeven. De eerste kilometers voeren je door een parkje over prima, verharde paden. Op de eerste t-splitsing liepen we echter direct al fout, door een verborgen paaltje – meteen de enige keer dat we fout liepen. Een behulpzame Schot hielp ons terug de route op, waar we aansluiting vonden bij een Ierse, twee Canadezen en twee Duitsers. Langzaam maar zeker wordt de route in de tweede helft iets heuvelachtiger, maar nooit echt uitdagend: een prima eerste etappe om warm te lopen voor de volgende etappes. Na zo’n 4 uurtjes lopen kwamen we op Drymen camping aan. Verwacht geen luxe, maar een prima camping voor na de eerste dag!

Wandelschoenen actie

Dag 2 : Drymen – Rowardennan

Op zaterdag vertrokken we om 9 uur uit Drymen. Na een kilometer of 6 door afwisselend open en bebost gebied gelopen te hebben, kregen we het eerste zicht op Loch Lomond – het eerste mooi uitzichtpunt dat dan toe. De komende 2 dagen zou Loch Lomond geen moment uit ons zicht verdwijnen. Kort hierna kwamen we bij de eerste serieuze klim van de West Highland Way: Conic Hill. Een stevige klim, waarvoor we werden beloond met een regenbui op de top – de enige regenbui die we tijdens onze week een Schotland tegen kwamen (een unicum!). Na Conic Hill weer te hebben afgedaald, kom je in het dorpje Balmaha, waar wij ervoor kozen om te lunchen in het restaurant onderaan de berg – deze ligt, samen met een supermarktje, aan de route. In eerste instantie waren we van plan om te camperen bij Sallochy Campsite, maar we kozen er uiteindelijk voor om door te lopen naar Rowardennan Lodge. Dat bleek een goede zet, gezien hoe lang we uiteindelijk over dag 3 deden. Daarnaast was het prachtig om vlak naast Loch Lomond onze tent op te zetten, en konden we in de Lodge genieten van een goede douche. Vlak voor Rowardennan Lodge kom je langs een hotel, waar wij hebben gegeten met een aantal mede-wandelaars.

Dag 3: Rowardennan – Beinglas Farm

Op zondag vertrokken we rond half 10 vanuit Rowardennan. Dit bleek veruit de pittigste wandeldag te worden, iets wat ik niet uit andere blogs over de West Highland Way haalde. De route loopt vlak langs Loch Lomond en is tot Inversnaid mooi, maar niet per se heel uitdagend. Na wat gedronken te hebben bij het hotel in Inversnaid begonnen we aan het tweede deel – en wat voor een deel. Kilometers lang gaat het pad op en af, over rotsen en ongelijke grond. Zeker met de zware rugzak kwamen we heel traag vooruit – gemiddeld liepen we zo’n 2 á 3 kilometer per uur, tegenover 5 kilometer per uur normaal! Toen we dat stuk achter ons hadden liggen, bleken we nog zo’n 7 kilometer te moeten lopen naar Beinglas Farm, inclusief een klimmetje. Needless to say: na dag 3 (waar we 10 uur over deden, inclusief pauzes) waren we gebroken, maar ook heel blij dat we er een dag eerder voor hadden gekozen om door te lopen naar Rowardennan – anders hadden we er minimaal een uur langer over gedaan. Na heerlijk te hebben gegeten bij Beinglas Farm voelde mijn slaapmatje beter dan ooit. Wel kozen we er hier voor om onze tassen de komende vier dagen te laten vervoeren door een van de bedrijven die ‘bagage transfer’ aanbieden, omdat onze tassen toch zwaarder waren dan we dachten – en we dus onvoldoende daarop getraind waren.

Dag 4: Beinglas Farm – Tyndrum

Maandag vertrokken we om 9 uur, na onze tassen in de bagage transfer ruimte te hebben achtergelaten. 19 kilometer voor de boeg, naar Tyndrum. De route naar Tyndrum was een van de mooiere stukken van de West Highland Way. De omgeving was afwisselend bebost, open en heuvelachtig. Vooral bij Ewich was het lopen zoals ik me dat in Schotland had voorgesteld. Onderweg kwamen we nog een schaapskudde tegen, waar we even voor moesten wachten. Het lopen zonder de tassen bleek veel te schelen: al om 14:40 kwamen we bij camping ‘By The Way’ aan. Dat gaf genoeg tijd om even te genieten van de zon, te douchen en rustig te eten.

Dag 5: Tyndrum – Glencoe

Dinsdag vertrokken we om 8:50, voor de langste dag, 27 kilometer voor de boeg! Een lange dag, maar ik las van te voren dat deze dag, ondanks z’n lengte, niet heel uitdagend zou moeten zijn. Dit bleek te kloppen: de weg liep over licht heuvelachtig terrein, waarbij we om de echte bergen heen liepen. Na 2,5 uur kwam Bridge of Orchy in beeld. Na Bridge of Orchy kwam er dan toch een behoorlijke klim, eerst door bossen, vervolgens een kale top op. Dit leverde een mooi uitzicht op. Vanaf de top werd Inveroran zichtbaar, waarnaar we afdaalden. Daar kan je ervoor kiezen om iets te eten en te drinken – wij zijn doorgelopen. Kort na Inveroran kwamen we op ‘Telford’s  Road terecht: een eeuwenoude weg waar Telford zijn troepen in xxx overheen had geleid. Deze weg, door het gebied Rannoch Moor, gaf veel mooie uitzichten. Ook werd de omgeving steeds ruwer en onbewoonder. Na een tijdje kwam de skilift in beeld, en daarmee Glencoe Mountain Resort. Om 16:40 kwamen we daar aan – een redelijk lange dag, maar beter te doen dan bijvoorbeeld de tweede of derde dag.

Dag 6: Glencoe – Kinlochleven

Woensdag was het tijd voor de zesde en één na laatste dag, van Glencoe naar Kinlochleven. We begonnen om 9 uur aan deze relatief korte etappe van 16 kilometer, maar met direct na Glencoe een onheilspellende klim: de Devils Staircase. Na zo’n twee uur lopen kwamen we aan de voet van deze klim, die behoorlijk steil was. Het voordeel daarvan: door het steile klimmetje ben je ook zo boven, en viel deze klim (bijvoorbeeld in vergelijking met Conic Hill, waar je langzamer maar dus ook langer klimt) mee. Al met al waren we na een half uurtje klimmen boven. Het stuk na de Devil’s Staircase was rotsachtig en ruig, maar daardoor een fijne afwisseling. Kinlochleven kwam daarna snel in beeld, maar het stuk er naartoe was nog ver. De uiteindelijke afdaling Kinlochleven in viel tegen: een brede gravelweg, die zigzaggend afdaalt in een saaie omgeving. Na zo’n drie kwartier afdalen liepen we Kinlochleven binnen – met vooral een industriële aanblik.

Om 13:40 kwamen we, wederom dus vroeg, aan bij Blackwater Campsite. Deze bleek om 14:00 pas open te gaan, waardoor we nog even van de zon konden genieten. De tassen kwamen nóg een uurtje later, waarna we de tent op konden zetten. Op de camping kwamen we een vrouw uit Zoetermeer tegen, die de toch liep met haar dochter een vriendin van haar dochter voor een schoolproject. Dat soort projecten hadden wij nou ooit! Die avond aten we bij Ice Factor – prima gegeten, maar weinig bijzonders.

Dag 7: Kinlochleven – Fort William

Donderdag 4 mei: de laatste dag lopen! Na eerst wat eten en drinken te hebben gehaald bij de supermarkt in Kinlochleven begonnen we aan de 24 kilometer naar Fort William, en daarmee het einde van de West Highland Way. Direct vanuit het drop ging het al steil omhoog, en ook het stuk daarna was nog best heuvelachtig. Na deze eerste kilometer kwamen we in het dal waar de typische West Highland Way foto is gemaakt, van de verlaten boerderij in een lange vallei. Doordat je de vallei voor je ziet liggen, heb je het idee dat je er zo doorheen bent, maar al met al waren we er toch een aantal uur mee zoet. Daarna boog de vallei af naar rechts en kwamen we in een productiebos terecht, waar op dat moment veel was gekapt – niet de mooiste omgeving om te wandelen. Het zo gevreesde Schotse weer had voor ons niet gunstiger uit kunnen pakken, en was bijna té mooi: we zijn zowaar verbrand en hebben het grootste deel van de dag onze vesten in onze nekken gelegd, om die tegen de zon te beschermen.

Bovenop de heuvel die uit het bos liep kwam Ben Nevis, de hoogste berg van het Verenigd Koninkrijk, in beeld. Toevallig stond er een roodharig, Schots meisje naast me die met een perfect Schots accent ‘Ben Nevis’ zei – een mooi moment. De kilometers daarna hielden we Ben Nevis rechts van onze, terwijl we door een heuvelachtig, deels productiebos liepen. Bovenop de laatste klimming kwam Fort William in zicht: onze eindbestemming! Na de afdaling liepen we een aantal kilometer langs een drukke autoweg, tot het oude eindpunt, waar we om 15:30 aan kwamen. Vanuit daar liepen we het centrum door naar het officiële eindpunt: een bankje met een vermoeide wandelaar erop. Het eindpunt is bewust verlegd om de wandelaars door het centrum van de stad te laten lopen: goed voor de commercie. We sliepen in een hostel in Fort William. Een leuk, alternatief hostel met prima voorzieningen.

De terugreis

Op vrijdag was het tijd voor de reis terug naar Glasgow. Van te voren hadden we al kaartjes gekocht voor de bus, waar we om 14:00 instapten. De rit duurde 3,5 uur, maar dat was het zeker waard: veel uitzichten van de afgelopen 7 dagen kwamen nog een keertje langs, vanaf de andere kant van Loch Lomond. Om 17:30 waren we weer terug in Glasgow.

Zaterdag hadden we de vlucht terug naar Nederland. In het vliegtuig zaten we voor een aantal Schotten die nog nooit in Nederland waren geweest, en zich verbaasden over hoe vlak Nederland wel niet is. Om half 8 ’s avonds landden we op Schiphol.

Wat ik de volgende keer anders zou doen

Voor ons was dit de eerste meerdaagse wandeling waarbij we alles meenamen in onze rugzakken. Een aantal dingen zouden we zeker anders doen, zoals:

  • Mijn schoenen beter inlopen. Ik had niet lang voor de West Highland Way nieuwe wandelschoenen gekocht. Ik had al een aantal keer in deze wandelschoenen gelopen, maar nog niet met een rugzak. Doordat de rugzak mijn voeten extra belastte, liep ik vrij snel blaren, die maakten dat we na dag 3 de rugzakken mee gaven aan een bagage vervoerder.
  • Minder spullen meenemen. Dit is een fout die waarschijnlijk iedere wandelaar bij zijn eerste meerdaagse wandeltocht maakt. Je doet voor vertrek allerlei spullen in je rugzak die je nodig denkt te hebben, en uiteindelijk heb je bij thuiskomst een deel van de spullen niet gebruikt. Mijn tip: kijk kritisch naar de spullen die je mee neemt, en streep bij thuiskomst alle spullen die je niet hebt gebruikt weg van je paklijst, zodat je ze de volgende keer niet nog een keer mee hoeft te sjouwen.

Eindoordeel

De West Highland Way is een prachtige wandeltocht. Doordat zoveel mensen ‘m ieder jaar lopen, zijn de campings langs de route goed én zijn er voldoende mogelijkheden om te overnachten, ook buiten campings. Daarnaast zie je tijdens de West Highland Way in 7 dagen veel van wat Schotland te bieden heeft: van bossen en heuvels tot ruige bergen en ‘lochs’. De verschillende bagage transfer opties maken dat, wanneer het lopen met een rugzak toch tegen valt óf wanneer je veel blaren krijgt, je je tas kan laten vervoeren en daardoor meer kans hebt om de route alsnog te volbrengen. Al met al is de West Highland Way lopen een perfecte optie wanneer je voor het eerst een meerdaagse wandelroute wil lopen in het buitenland!

Lees hier over de andere meerdaagse wandelingen die ik heb gelopen.


Over de auteur

Ik ben Gijs, de oprichter van WandelLiefde, en de schrijver van alles wat je op deze blog leest.

Al mijn hele leven woon ik vlak bij de Loonse en Drunense Duinen, en na het lopen van mijn eerste Kennedymars in 2014 en het lopen van de West Highland Way in 2017, ben ik verslingerd geraakt aan het wandelen van grotere afstanden.

In 2022 ontstond het idee om mijn wandelingen te delen met anderen. Uit dit idee werd WandelLiefde geboren.